Duiding bij artikel 37bis (en 42) Wegverkeerswet en de rol van een advocaat in de strafrechtelijke verdediging.
Sturen onder invloed van zogenaamde “stoffen die de rijvaardigheid beïnvloeden” (delta-9-tetrahydrocannabinol (THC), amfetamine, methyleendioxymethylamfetamine (MDMA), morfine of 6-acetylmorfine en/of cocaïne of benzoylecgonine) heeft een impact op de rijgeschiktheid van de betrokken overtreder en leidt daarom voor een rechtbank in aanzienlijk wat gevallen tot een (levens-)lang rijverbod. Nochtans ervaren overtreders dit vaak niet als “ernstig” en komt berouw pas vaak ná de bestraffing, in plaats van ná de zonde.
En… “Laat ons elkaar geen Liesbeth noemen.”
Strafmaat
De wegverkeerswet voorziet dat een inbreuk op het sturen onder invloed van een strafbare hoeveelheid van voormelde stoffen, wordt bestraft met een geldboete van € 1.600,00 tot € 16.000,00 en een rijverbod van acht dagen tot vijf jaar. In geval van herhaling wordt voorzien in een mogelijke gevangenisstraf van één maand tot twee jaar en een geldboete van € 3.200,00 tot € 40.000,00 alsook een rijverbod van drie maand tot vijf jaar, waarbij het herstel van het recht tot sturen afhankelijk wordt gesteld van het slagen in een theoretisch en praktisch examen en een medisch en psychologisch rijverbod. Bij nieuwe herhaling wordt dit alles nogmaals (minstens) verdubbeld.
De angel zit hem echter ook in de toepassing van een ander artikel (artikel 42 Wegverkeerswet), die voorziet in een verplicht verval van het recht tot sturen wanneer, naar aanleiding van een veroordeling, de schuldige lichamelijk of geestelijk ongeschikt wordt bevonden tot het besturen van een motorvoertuig. De duur van het verval van het recht tot sturen is afhankelijk van het bewijs dat betrokkene niet meer ongeschikt is om een motorvoertuig te besturen en in beginsel aldus “levenslang”. De betrokkene die wenst hersteld te worden in het recht tot sturen, dient zelf de nodige stappen daartoe te zetten. Bovendien is de uitspraak van dit ‘levenslang’ verval mogelijk in elke graad van veroordeling, en dus ook voor het eerst bij verzet of in graad van hoger beroep.
Belang
Het Europees Waarnemingscentrum voor Drugs en Drugsverslaving heeft reeds in 2008 een literatuurstudie[1] bekend gemaakt over rijden onder invloed. Uit resultaten van experimenteel onderzoek blijkt dat meerdere soorten drugs de rijvaardigheid beïnvloeden. Bij een aantal, maar niet bij allemaal, zijn de effecten afhankelijk van de ingenomen dosis. Cannabis kan bepaalde cognitieve en psychomotorische vaardigheden beïnvloeden die mensen nodig hebben om een voertuig te besturen. MDMA (ecstasy) heeft zowel negatieve als positieve effecten op de rijprestaties. Onderzoek naar de effecten van alcohol in combinatie met drugs heeft uitgewezen dat in dergelijke gevallen bepaalde soorten drugs (cannabis bijvoorbeeld) het effect op de rijvaardigheid nog versterken; anderen (cocaïne bijvoorbeeld) kunnen de invloed op de rijvaardigheid echter verminderen. MDMA kan bepaalde schadelijke effecten van alcohol afzwakken, maar kan er andere ook weer versterken.
Het chronisch gebruik van eender welke drug gaat gepaard met cognitieve en/of psychomotorische schade en kan leiden tot een verlaagde rijvaardigheid, zelfs wanneer de persoon in kwestie niet langer onder invloed is.
In deze laatste gevallen is er dus, naast een mogelijke verslaving, sprake van “overmatig gebruik” of “regelmatig gebruik die een nadelige invloed op de rijgeschiktheid kan hebben”. En laat dit dus net de gevallen zijn die aanleiding kunnen geven tot de toepassing van artikel 42 Wegverkeerswet (zoals hierboven geduid).
Betrapt… Wat nu?
De vaststellingen inzake sturen onder invloed van drugs gebeuren aan de hand van een gestandaardiseerde checklist, gevolgd door een speekseltest en indien positief, een speekselanalyse. Bij deze vaststellingen wordt een proces-verbaal opgemaakt door de politiediensten en wordt doorgaans het rijbewijs onmiddellijk voor de duurtijd van minstens 15 dagen ingetrokken. Het Parket binnen deze termijn vorderen dat de duur van de onmiddellijke intrekking wordt verlengd met drie maanden, doch dit is vaak niet het geval.
Terloops het onderzoek (al bepaalt het Drugopsporingsbesluit daaromtrent niet meteen een termijn, hetgeen verwondering wekt en mogelijks tot een aantasting van het resultaat kan leiden…) vordert in beginsel de Procureur des Konings een van de erkende laboratoria op om een analyse van het speekselstaal uit te voeren . De analyse dient te worden uitgevoerd “zo spoedig als de omstandigheden het toelaten” en het verslag dient te worden overgemaakt binnen de veertien dagen “te rekenen van de ontvangst van de vordering en van het bijbehorende speeksel- en / of bloedstaal”. Van het resultaat van dit verslag wordt de overtreder in beginsel per aangetekende zending op de hoogte gebracht. De overtreder beschikt alsdan over een termijn van veertien dagen te rekenen van de dag van de kennisgeving, om een tegenanalyse te laten uitvoeren.
Eens de resultaten de eerdere speekseltest bevestigen, kan (en in de meeste gevallen ‘zal’) het Parket overgaan tot dagvaarding wegens inbreuk van artikel 37bis Wegverkeerswet, al dan niet gecombineerd met artikel 42 Wegverkeerswet – die, zoals voormeld, ook door een Rechtbank kan worden uitgesproken zelfs indien dit niet vermeld wordt in de dagvaarding.
Zowel op het vlak van controle van de procedure als op vlak van het begeleiden naar een “aanvaardbare” (milde(re)) straf en/of het vermijden van een levenslang rijverbod, kan de bijstand van een advocaat met kennis van zaken, nuttig zijn. Deze bijstand wordt in vele gevallen ten laste genomen door de rechtsbijstandsverzekeraar van het bestuurde voertuig, zodat het voor de overtreder geen doorgaans extra kost met zich brengt.
Neem contact op voor juridische bijstand
aangaande deze problematiek.
[1] E. RAES e.a., “EMCDDA insights. Drug use, im-paired driving and traffic accidents.”, Lissabon, 2008