Bij arrest van 21 november 2017 oordeelde het Hof van Cassatie dat de rechter de impact op het eerlijk proces van het niet-horen op de rechtszitting van een getuige die tijdens het vooronderzoek een belastende verklaring heeft afgelegd, dient te beoordelen aan de hand van drie criteria die volgen uit de artikelen 6, §1 en 3 (d) van het EVRM, tenzij één van de criteria van dermate overwegend belang is dat dit criterium volstaat om uit te maken of het strafproces in zijn geheel beschouwd al dan niet eerlijk verloopt. Generieke en/of andere criteria volstaan niet.