Overtreders riskeren een strafrechtelijk vervolging. Maar ook de werkgever, of in bepaalde gevallen de aangestelde of lasthebber, kunnen voor de strafrechter moeten verschijnen.
Of het nu gaat om een politierechtbank of een Hof van Beroep: er bestaan geen kleine strafzaken. Een goede voorbereiding, grondige kennis en stevig verweer zijn absoluut aangewezen.
Mogelijke strafrechtelijke gevolgen
Een strafrechter kan beklaagden veroordelen tot zogenaamde algemene sancties en tot bijzondere sancties.
De mogelijke algemene sancties zijn een gevangenisstraf en/of geldboete. Er zijn ook vaak alternatieve straffen mogelijk, zoals de werkstraf. De mogelijke bijzondere strafrechtelijke sancties kunnen gaan van een exploitatieverbod, een beroepsverbod tot de sluiting van de onderneming.
In het beste geval kan men voor een gunst in aanmerking komen. Een opschorting – al dan niet onder voorwaarden – of een autonome probatie kunnen daarbij mogelijkheden bieden.
Verzachtende omstandigheden
Als er verzachtende omstandigheden bestaan, kan de voorziene straf worden verminderd onder het minimum.
Krachtens artikel 85 van het Strafwetboek kunnen de gevangenisstraffen en de geldboeten respectievelijk verminderd worden onder het wettelijk minimum.
Herhaling
In geval van herhaling binnen een door de wet bepaalde termijn, kan de op te leggen straf echter ook worden verzwaard. Afhankelijk van de begane inbreuk, bestaan ook diverse bijzondere herhalingsregimes die afwijken van het Strafwetboek.
Mededader of medeplichtigheid
Als daders van een misdaad of een wanbedrijf kunnen ook worden gestraft, zij die :
– de misdaad of het wanbedrijf hebben uitgevoerd of aan de uitvoering rechtstreeks hebben meegewerkt;
– door enige daad tot de uitvoering zodanige hulp hebben verleend dat het misdrijf zonder hun bijstand niet had kunnen worden gepleegd;
– door giften, beloften, bedreigingen, misbruik van gezag of van macht, misdadige kuiperijen of arglistigheden, het misdrijf rechtstreeks hebben uitgelokt;
– het zij door woorden in openbare bijeenkomsten of plaatsen gesproken, hetzij door enigerlei geschrift, drukwerk, prent of zinnebeeld, aangeplakt, rondgedeeld of verkocht, te koop geboden of openlijk tentoongesteld, het plegen van het feit rechtstreeks hebben uitgelokt, onverminderd de straffen die bij de wet bepaald zijn tegen daders van aanzetting tot misdaden of wanbedrijven, zelfs voor het geval dat die aanzetting zonder gevolg is gebleven.
Als medeplichtigen aan een misdaad of een wanbedrijf kunnen worden gestraft, zij die :
– onderrichtingen hebben gegeven om het misdrijf te plegen;
– wapens, werktuigen of enig ander middel hebben verschaft, die tot het misdrijf hebben gediend, wetende dat ze daartoe zouden dienen;
– met hun weten de dader(s) hebben geholpen of bijgestaan in daden die het misdrijf hebben voorbereid, vergemakkelijkt of voltooid.
Bijzondere strafrechtelijke sancties
Exploitatieverbod
Het exploitatieverbod bestaat erin de veroordeelde te verbieden geheel of een deel van de onderneming of van de instelling te exploiteren, of er in welke hoedanigheid dan ook te worden tewerkgesteld.
Het beroepsverbod
Het beroepsverbod betekent de titularis van een beroep dat erin bestaat om één of meerdere werkgevers of werknemers te adviseren of te helpen bij de uitoefening van de verplichtingen bestraft door het Sociaal Strafwetboek, of het nu voor eigen rekening is of als leidinggevende, als lid of als bediende van een firma, vereniging, groepering of enige onderneming, hem, voor een duur van een maand tot drie maanden, te verbieden om rechtstreeks of onrechtstreeks, in welke hoedanigheid dan ook, het hierboven bedoelde beroep uit te oefenen.
De sluiting van de onderneming
Het exploitatieverbod kan gepaard gaan met de sluiting van geheel of een gedeelte van de onderneming voor een maand tot drie jaar. De veroordeling moet gemotiveerd zijn op dit punt.
Het beroepsverbod kan gepaard gaan met de sluiting van geheel of een gedeelte van de onderneming of van de vestigingen van de firma, vereniging, groepering of onderneming van de veroordeelde of waarvan de veroordeelde leidinggevende is.
Hoger beroep
Een verstekvonnis door de correctionele rechtbank kan (onder bepaalde omstandigheden) aangevochten worden bij de correctionele rechtbank die het betwiste vonnis heeft gewezen, overeenkomstig artikel 187 van het Wetboek van strafvordering. Een analoge bepaling is van kracht voor de politierechtbank.
Tegen het tegensprekelijk vonnis van de correctionele rechtbank kan beroep worden aangetekend bij het Hof van Beroep van hetzelfde rechtsgebied, overeenkomstig artikel 203 van het Wetboek van strafvordering uiterlijk binnen een termijn van dertig dagen na de dag van die uitspraak. Voor hogere beroepen tegen de politierechtbank, is de correctionele rechtbank bevoegd. Er geldt eenzelfde beroepstermijn.