Juridisch is er een verschil tussen sturen in staat van alcoholintoxicatie of dronkenschap. Dit heeft ook belangrijke, vaak onbekende, gevolgen. Een korte duiding.
Voor een goed begrip, vooraf: er bestaat een verschil tussen het ademanalyseresultaat en het promillegehalte.
- 0,22 mg/l UAL = 0,5 promille;
- 0,35 mg/l UAL = 0,8 promille;
- 0,50 mg/l UAL = 1,2 promille;
- 0,78 mg/l UAL = 1,8 promille;
- …
Wat je blaast, is dus niet je promille in je bloed!
Vanaf een gehalte van 0,5 promille (en in bepaalde gevallen zelfs lager) bent u strafbaar. Vanaf 1,8 promille is een alcoholslot in beginsel verplicht. In geval van herhaling kan een alcoholslot ‘absoluut’ verplicht zijn vanaf 1,2 promille.
Intoxicatie (artikel 34 Wegverkeerswet)
Alcoholintoxicatie duidt op een bepaald gehalte van alcohol in het bloed. Het zegt in beginsel weinig over de staat waarin men het stuur neemt.
Reeds jarenlang hameren de rechtbanken op het feit dat deelname aan het verkeer en alcoholmisbruik niet samengaan. Bij een alcoholintoxicatie van 1,5 ‰ is de kans op een ongeval al zestien keer hoger dan zonder intoxicatie. Zelfs een geringe hoeveelheid alcohol beïnvloedt de rijvaardigheid, de aandacht, de concentratie, de reflexen, de proprioceptie, het reactievermogen, enz.. Alcohol vertraagt alle reacties, verstoort het coördinatievermogen en beperkt het opmerkingsvermogen. Overdreven alcoholopname maakt overmoedig, ontremmend en euforisch.
Met betrekking tot de gevolgen van alcohol in het verkeer, verduidelijkte Dr. CAMMU in een opinie in De Standaard dat men op vijf jaar tijd het voetbalstadion van een middenmoter in de eerste klasse volstapelt met verkeersslachtoffers van onze wegen: de ene helft van het stadion vul je met lijkkisten en de andere helft met rolstoelpatiënten.
“Rechters kennen blijkbaar een grotere bewijskracht toe aan een subjectieve inschatting door de politie (op basis van uiterlijke tekenen zoals oriëntatie- en spraakvermogen, alcoholgeur) dan aan een objectieve bloedtest en de resultaten van wetenschappelijk en toxicologisch onderzoek nopens de inwerking van alcohol op het centraal zenuwstelsel. (…) Zelfs zonder uiterlijke tekenen van dronkenschap is het evident dat een alcoholintoxicatie van 2,5 promille in zeer ernstige mate de concentratie, aandacht en het reactievermogen van bestuurders aantast,” luidt het nog in een “open brief aan de politierechters” in de kranten van De Standaard-groep van 11 maart 2011.
Sinds 2014 heeft de wetgever diverse malen gesleuteld aan de strafbepalingen. Ondertussen kan of moeten bepaalde inbreuken worden gesanctioneerd met rijverboden, herstelexamens, alcoholsloten, en dergelijke meer.
Dronkenschap (artikel 35 Wegverkeerswet)
Dronkenschap duidt niet op een gehalte van alcoholopname in het bloed. Het duidt op de staat van de persoon.
Volgens de rechtspraak dient de term “dronkenschap” te worden verstaan in zijn gewone betekenis. Met andere woorden, als de toestand van een persoon die zich derwijze onder de invloed van alcoholische drank bevindt dat hij over de aanhoudende beheersing van zijn daden niet meer beschikt zonder daarom noodzakelijk het bewustzijn ervan of het besef ervan verloren te hebben.
Met betrekking tot verkeersongevallen denkt men aan de uiterlijke kenmerken die de betrokken bestuurder vertoon. Een onvaste gang, dubbelslaande tong, abnormale agressiviteit, onsamenhangende taal, verlies van besef of van de situatie, zijn daartoe parameters.
Dronkenschap kan niet afgeleid worden uit een bepaalde alcoholgehalte of van een graad van alveolaire lucht, aangezien de uitwerking ervan niet bij iedere persoon dezelfde is.
De éne persoon kan immers reeds in staat van dronkenschap verkeren zonder dat hij het minimum promille heeft bereikt. dat strafbaar is, terwijl een andere persoon moeiteloos dit minimumalcoholgehalte kan overschrijden zonder dronken te zijn.
De rechtbank zal haar beoordeling omtrent de dronkenschap dan ook moeten steunen onder andere op de verslaggeving van de verbalisanten in verband met het ademanalysetoetsel, op het klinisch verslag van de opgevorderde geneesheer, op de algemene beschrijving van de bestuurder, op zijn subjectieve kenmerken of symptomatologie en op de ongevalsgenese.
Herhaling en verzwaring (artikelen 36 en 38 §6 Wegverkeerswet)
Bij herhaling van alcoholgerelateerde delicten binnen de drie jaar na een vorige veroordeling (die niet noodzakelijk alcoholgerelateerd is), kan de strafmaat worden verzwaard.
Onafgezien van mogelijke gevangenisstraffen, worden de minimumgeldboetes worden verdubbeld of zelfs verviervoudigd en er wordt voorzien in een verplicht rijverbod van minstens drie maand met opleg van vier herstelexamens (theoretisch en praktisch examen en medisch en psychologisch onderzoek).
Let wel, deze regels zijn in de loop van de afgelopen jaren diverse malen gewijzigd en geven vaak aanleiding tot discussie.
Alcoholslot (artikel 37/1 Wegverkeerswet)
Volgens het Europees Observatorium voor de Verkeersveiligheid is immers nog steeds één vierde van de Europese verkeersdoden te wijten aan alcoholgebruik.
In bepaalde omstandigheden is het mogelijk dan wel verplicht voor een rechter om een alcoholslot op te leggen. Dergelijk alcoholslot gaat desgevallend verplicht samen met het doorlopen van een omkaderingsprogramma.
Kostprijs alcoholslot
De plaatsing van het slot zelf, bijvoorbeeld een systeem type ‘Dräger alcoholslot Interlock 7000’, inclusief plaatsing, kalibratie en programmatie kost doorgaans zo’n € 1.750,00 à € 2.000,00. Het omkaderingsprogramma kost minstens € 1.210 kost (voor het eerste jaar, tot maximaal € 2.178,00).
Wat doet een alcoholslot?
Voordeel van dergelijk systeem is dat de meetgegevens op regelmatige basis kunnen worden uitgelezen én – uiteraard – dat uw voertuig niet start indien u geblazen heeft met méér dan 0,2 promille in het bloed.
De plaatsing van alcoholsloten na een veroordeling dienen te voldoen aan de eisen opgelegd door de FOD Mobiliteit. Er zijn slechts enkele installateurs die beschikken over de vereiste erkenning. Indien u vrijwillig een alcoholslot zou geplaatst hebben voor een veroordeling en naderhand toch nog zou veroordeeld worden, dient het slot via een erkend dienstencentrum voor offenderprogramma’s te worden aangeboden voor verificatie.
Afwijken van de wettelijke verplichting?
Voor de rechtbank bestaat nog steeds veel discussie omtrent het de vraag wanneer een alcoholslot kan of moet worden opgelegd en wanneer men er eventueel kan van afwijken.
Er zijn in de praktijk diverse redenen mogelijk om af te wijken, zoals:
- nooit eerder veroordeeld zijn voor alcoholgerelateerde feiten;
- zich kunnen beroepen op een blanco strafregister;
- geen ongeval veroorzaakt hebben;
- op de zitting aanwezig zijn en de Rechtbank overtuigen dat men zich niet meer zal wagen aan de combinatie van alcohol en verkeer;
- andere herstelonderzoeken of begeleidingsmaatregelen;
- de kostprijs en/of belasting.
Een ding is wel zeker. Een goede bijstand in dergelijke dossiers biedt een absolute meerwaarde!