Sinds 1 juli 2017 bestaat er een nieuwe regeling om bepaalde inbreuken op de Wegverkeerswet administratief af te handelen. De Procureur des Konings kan per gerechtsbrief of per aangetekende brief een bevel tot betalen richten aan personen die weigeren hun onmiddellijke inning of minnelijke schikking te betalen. Bij een zo een bevel tot betalen wordt de oorspronkelijke geldboete verhoogd met 35% en is er ook, afhankelijk van de zwaarte van de overtreding, een bijdrage van 200,00 euro verschuldigd ten voordele van het Slachtofferfonds. Indien niet tijdig beroep wordt ingesteld door de ontvanger van dit bevel, wordt het bevel definitief.
Deze mogelijkheid staat enkel open voor enkele verkeersinbreuken, voor zover deze geen schade aan derden hebben veroorzaakt, zoals het negeren van de toegelaten maximumsnelheid, het rijden onder invloed van alcohol of drugs, het negeren van een rood verkeerslicht, …
Wat indien de overtreding niet betwist wordt?
De gevorderde geldsom moet worden betaald binnen een termijn van 30 dagen volgend op de dag van ontvangst. Het bevel tot betalen wordt geacht te zijn ontvangen de tiende werkdag na de dagtekening ervan, die vermeld wordt in uw brief.
Indien u niet tijdig betaalt, noch hoger beroep aantekent zal de boete via de federale overheidsdienst Financiën ingevorderd worden. In sommige gevallen zal deze boete ingehouden worden van eventuele tegoeden waar u volgens de belastingen recht op heeft.
Wanneer deze boete niet binnen de 3 jaar kan worden geïnd door de FOD Financiën, dan beveelt de Procureur des Konings de ‘schorsing’ van het recht tot sturen voor 8 dagen, 15 dagen of 1 maand, afhankelijk van de ernst van de verkeersovertreding.
In geval van betwisting moet de ontvanger de zaak zelf aanhangig maken bij de Rechtbank !
Wanneer u niet akkoord bent met de verkeersovertreding of het bevel tot betalen dat u ten laste wordt gelegd, kan u binnen de 30 dagen na ontvangst van het bevel tot betalen een hoger beroep aantekenen.
Het hoger beroep wordt ingesteld via een verzoekschrift bij de bevoegde Politierechtbank.
Opdat het hoger beroep ontvankelijk (en dus toelaatbaar) is, moet het verzoekschrift tijdig worden ingediend met daarin een aantal verplichte vermeldingen.
Wanneer het hoger beroep ontvankelijk wordt verklaard, wordt het bevel tot betalen voor niet bestaande gehouden.
Discussie over het resultaat van dergelijk hoger beroep
Het Openbaar Ministerie vindt dat de Politierechter in geval van een ontvankelijk hoger beroep wel moet oordelen over de grond van de zaak waardoor u plots naast een geldboete ook een rijverbod zou riskeren. Doch, de wet heeft niet voorzien in een behandeling ten gronde van de zaak.
De meeste Politierechters beperken zich dan ook tot een beslissing over de ontvankelijkheid van het hoger beroep. Wanneer de Procureur des Konings hiermee niet akkoord is, zal hij dus alsnog een dagvaarding voor de Politierechtbank moeten uitbrengen.
Sommige rechters proberen hier echter een mouw aan te passen door een vrijwillige verschijning te suggereren. Ook dit heeft tot gevolg dat u naast een geldboete mogelijks ook een rijverbod riskeert.