Ingevolge een uitspraak van het Hof van Cassatie dd. 16.12.2022 (C.19.0638.N) kunnen rechters zich voortaan (louter) beroepen op een rekenmethode om het bedrag van alimentatie voor kinderen te bepalen. Dit kan zelfs zonder dat partijen hierover een debat moeten gevoerd hebben. Met dit arrest wordt mogelijk een aanzet gegeven naar meer uniformiteit en rechtszekerheid.
Met dit Nederlandstalig pioniersarrest laat het Hof toe dat familierechters zelf (los van partijen of het debat dat daaromtrent al dan niet gevoerd werd) beroep doen op een welbepaalde rekenmethode om het bedrag van de alimentatie te bepalen. De familierechter dient wel te concretiseren wat onder de gewone en de buitengewone kosten wordt begrepen. De feitenrechter die dit doet, steunt daarom niet op persoonlijke kennis. Hij miskent zodoende evenmin het algemeen rechtsbeginsel tot eerbiediging van het recht van verdediging.
Na dit arrest het Hof van Cassatie kunnen familierechters dus verder (en zelfs ruimer) toepassing maken van de berekeningsmethode-Hobin voor de bepaling van de forfaitaire onderhoudsbijdrage van ouders voor de gewone kosten van hun kind.
Het arrest volgt daarmee wel gelijklopende rechtspraak van (een Franstalige kamer van) het Hof van Cassatie hiervoor verder toepassing konden en kunnen maken van de berekeningsmethode-Renard.
Een kleine kanttekening dient wel te worden gemaakt met betrekking tot bepaalde onvolkomenheden in de berekeningsmethode: de familierechters kunnen uiteraard nog steeds oordelen dat dergelijke berekeningsmethode niet wordt gevolgd. Al rijst in de rechtsleer al meteen de vraag dat de rechtbank alsdan duidelijk zouden motiveren waarom zij er een andere visie op nahouden.
De aanzet naar verdere uniformiteit en voorspelbaarheid is aldus gegeven, doch het blijft de vraag in welke mate dit in alle geledingen van de lagere rechtspraak zal doordringen. Al bij al blijft de bepaling van een alimentatiebedrag een feitenkwestie….