Vanaf 21 januari 2018 kunnen de hoven en de rechtbanken, slechts de onmiddellijke aanhouding gelasten van veroordeelden tot een hoofdgevangenisstraf van minstens drie jaar zonder uitstel, daar waar een minimale straf van één jaar voordien van toepassing was.
Bovendien kan de onmiddellijke aanhouding nog steeds enkel maar gelast worden op vordering van het openbaar ministerie en indien te vrezen is dat de beklaagde of de beschuldigde zich aan de uitvoering van de straf zou pogen te onttrekken.
Die beslissing die de onmiddellijke aanhouding gelast, moet nader aangeven welke omstandigheden van de zaak die vrees bepaaldelijk wettigen.