Een onmiddellijke inning na een verkeersinbreuk (“boete”) wordt aangeboden ingevolge artikel 12 van het Koninklijk Besluit van 19 april 2014 betreffende de inning en de consignatie van een som bij de vaststelling van overtredingen inzake het wegverkeer.
Het Koninklijk Besluit stelt aan de betaling met overschrijving navolgende voorwaarden:
art. 12.1.1.1. K.B. 19.04.2014: “De betaling met overschrijving wordt uitgevoerd binnen een termijn van tien dagen te rekenen vanaf de verzending van de documenten bedoeld in artikel 11 van dit besluit”.
art. 12.1.1.2. K.B. 19.04.2014: “De datum van betaling door de bankinstelling dient als bewijs van de datum van betaling”.
Door betaling van deze som vervalt de strafvordering, tenzij het Openbaar Ministerie binnen een maand te rekenen van de dag van de betaling, de betrokkene kennis geeft van zijn voornemen die vordering in te stellen en dit bij een ter post aangetekend schrijven (artikel 65 §2 K.B. 16.03.1968).
Thans is de opvatting in de heersende rechtspraak dat een betaling van voormelde ‘boete’ zonder gestructureerde referentie ertoe leidt dat deze betaling niet kan worden gekoppeld aan de verkeersinbreuk en derhalve de strafvordering niet vervallen is door voormelde betaling. Een betaling mét vermelding van de correcte gestructureerde referentie zou aldus volgens die stelling de enige betaling zijn die de strafvordering kan laten vervallen. Los van het feit dat dergelijke vooropstelling vanuit praktisch oogpunt allicht een must is, lijkt de enige wettelijke verankering aldus tot vóór vandaag misschien te zijn gelegen in het verklarend document betreffende de onmiddellijke inning, dat diende te worden overgemaakt naar de overtreder – in beginsel samen met het aanvankelijk proces-verbaal. Al lijkt het verdedigbaar dat een bijlage aan een Koninklijk Besluit geen bijkomende niet-reglementaire of zelfs onwettelijke verplichting kan toevoegen.
Bij Koninklijk Besluit van 10 februari 2018 (B.S. 22 februari 2018, blz. 14710) wordt dit verklarend document bovendien ook opgeheven, wegens achterhaald. Mijns inziens rijst dan ook eens te meer de vraag of een betaling van een boete zonder gestructureerde referentie ertoe kan leiden om de strafvordering te laten vervallen.
Wordt in de rechtspraak ongetwijfeld vervolgd….
Volledigheidshalve, ook het Ministerieel Besluit van 1 juli 2017 ter uitvoering van het Koninklijk Besluit van 19 april 2014 betreffende de inning en de consignatie van een som bij de vaststelling van de overtredingen inzake het wegverkeer wat de betaling met bank- of kredietkaart op het internet betreft, voorziet niet in de verplichting om bij betaling met een bankkaart of kredietkaart van het type Visa of Mastercard melding te maken van een gestructureerde referentie.
Lees hier meer over de voordelen van professionele bijstand bij inbreuken inzake wegverkeer.