De Wegverkeerswet verplicht de rechtbanken in bepaalde gevallen een theoretisch en/of praktisch herstelexamen te koppelen aan een op te leggen rijverbod. De vraag rijst dan ‘welke’ examens dienen te worden ondergaan om het rijbewijs terug te krijgen.
De sleutelbepaling is artikel 72, §4, tweede lid, 2° van het Koninklijk Besluit van 23 maart 1998, dat bepaalt dat aan “de houder van een (…) rijbewijs (…) geldig voor de categorie C1(E), C(E), D1(E) of D(E) of voor een gelijkwaardige categorie die het praktische examen heeft afgelegd met een voertuig van de categorie A, B, B(E) of G, een rijbewijs geldig voor deze categorieën A, B, B(E) en G waarvoor het rijbewijs was geldig verklaard” wordt afgegeven.
Diegenen die dus werden veroordeeld tot het afleggen van de theoretische en/of praktische herstelexamens moeten dit doen voor de hoogste categorie waarvan ze houder waren en waarvoor ze vervallen waren van het recht tot sturen. De categorieën zijn onderverdeeld in twee groepen. Groep 1 bestaat uit de rijbewijzen AM, A1, A2, A, B, BE en G. Groep 2 bestaat uit de rijbewijzen C1(E), C(E), D1(E) en D(E). Een herstelexamen gebeurt binnen één van die groepen.
Indien de veroordeelde bijvoorbeeld vervallen is voor de categorie C waarvan hij voordien houder was en het herstelexamen enkel voor de categorie B werd afgelegd, dan mag het ter griffie neergelegde rijbewijs niet worden teruggegeven. Het neergelegde rijbewijs moet dan worden opgestuurd naar de gemeente van de veroordeelde met de vraag om een nieuw rijbewijs op te maken. Op dit nieuwe rijbewijs mogen enkel de categorieën van groep 1 waarvan betrokkene voordien houder was, worden gevalideerd. Alle andere rijbewijzen blijven ter griffie liggen tot de veroordeelde volledig is hersteld in het recht tot sturen. De veroordeelde kan zich uiteraard later nog voor deze categorieën hersteld zien door het herstelexamen af te leggen met een voertuig van de vereiste categorie van groep 2.
Indien diezelfde veroordeelde het herstelexamen aflegt voor de categorie C, dan wordt hij na een gunstig resultaat, tevens hersteld in het rijbewijs geldig voor deze categorieën A, B, B(E) en G waarvoor het rijbewijs was geldig verklaard en kan dit rijbewijs ter griffie worden afgehaald na verloop van de duurtijd van het opgelegde verval.
De Koning is bij wet gemachtigd de geldigheid van het rijbewijs te bepalen en bij uitbreiding dus in functie van de uitvoering van een uitgesproken verval van het recht tot sturen, hetgeen gebeurd is in voormelde bepaling.
Lees meer over professionele bijstand na dagvaarding voor de Politierechtbank.